Konijnen & knaagdieren
We geven je graag wat algemene informatie over hoe we konijnen en de diverse knaagdieren bij ons op de praktijk helpen. Wanneer je met jouw huisdier op consult komt of de praktijk belt, adviseren we je natuurlijk specifiek over jouw diersoort.


Konijnen & knaagdieren
We geven je graag wat algemene informatie over hoe we konijnen en de diverse knaagdieren bij ons op de praktijk helpen. Wanneer je met jouw huisdier op consult komt of de praktijk belt, adviseren we je natuurlijk specifiek over jouw diersoort.
Eerst even dit:
Je zou het niet zeggen wanneer je ’m bezig ziet met een wortel, maar een konijn is geen knaagdier. O nee? Wat dan wel?
Een konijn hoort officieel tot de categorie ‘haasachtigen’. Knaagdieren zijn bijvoorbeeld hamsters, cavia’s, muizen, ratten, gerbils en chinchilla’s.
Het verschil zit ’m vooral in het gebit. Konijnen en hazen hebben achter hun voortanden nog twee extra snijtanden. Knaagdieren hebben deze extra tandjes niet. Zij bewegen hun kaak van voor naar achter om het eten fijn te malen. Een konijn of haas daarentegen draait rondjes met de kaken om dat blaadje sla kleiner te maken.
Een ander verschil is dat haasachtigen een gespleten bovenlip hebben en knaagdieren niet. Je zal een konijn ook nooit z’n wortel vast zien houden met z’n voorpoten. Knaagdieren doen dat juist wel. Ooit de film Ratatouille gezien? Alle konijnen vielen bij de eerste casting af, waardoor Rémy de rat kon schitteren als nooit tevoren.
Goed, tot zover de les zoölogie. We geven je graag wat algemene informatie over hoe we konijnen en knaagdieren bij ons op de praktijk helpen. Wanneer je met jouw huisdier op consult komt of de praktijk belt, adviseren we je natuurlijk specifiek over jouw diersoort.


Eerst even dit:
Je zou het niet zeggen wanneer je ’m bezig ziet met een wortel, maar een konijn is geen knaagdier. O nee? Wat dan wel?
Een konijn hoort officieel tot de categorie ‘haasachtigen’. Knaagdieren zijn bijvoorbeeld hamsters, cavia’s, muizen, ratten, gerbils en chinchilla’s.
Het verschil zit ’m vooral in het gebit. Konijnen en hazen hebben achter hun voortanden nog twee extra snijtanden. Knaagdieren hebben deze extra tandjes niet. Zij bewegen hun kaak van voor naar achter om het eten fijn te malen. Een konijn of haas daarentegen draait rondjes met de kaken om dat blaadje sla kleiner te maken.
Een ander verschil is dat haasachtigen een gespleten bovenlip hebben en knaagdieren niet. Je zal een konijn ook nooit z’n wortel vast zien houden met z’n voorpoten. Knaagdieren doen dat juist wel. Ooit de film Ratatouille gezien? Alle konijnen vielen bij de eerste casting af, waardoor Rémy de rat kon schitteren als nooit tevoren.
Goed, tot zover de les zoölogie. We geven je graag wat algemene informatie over hoe we konijnen en knaagdieren bij ons op de praktijk helpen. Wanneer je met jouw huisdier op consult komt of de praktijk belt, adviseren we je natuurlijk specifiek over jouw diersoort.

Consult & diagnostiek
Zit Flappie stilletjes in een hoek voor zich uit te staren of heeft Piep kale plekken in haar vacht? Gedragsveranderingen, andere ontlasting, minder of geen eetlust, waterige oogjes, snot, hoesten, korsten, bulten of haaruitval zijn redenen voor een bezoek aan onze praktijk.
Konijnen en knaagdieren zijn prooidieren. Ze zullen niet snel laten merken dat ze zich niet lekker voelen. In de natuur zijn ze dan gelijk voer voor roofdieren. Let tijdens de dagelijkse verzorging goed op het gedrag en uiterlijk van je dier en kom ieder jaar een keertje langs. Niet alle aandoeningen zijn altijd aan de buitenkant te zien.
Kom je naar de praktijk, neem je konijn of knaagdier dan mee in een goede reis- of draagmand. Dan voelen ze zich iets veiliger wanneer ze een kat of hond tegenkomen. Let er wel op dat we je huisdier (met name je konijn) makkelijk uit de mand kunnen pakken. Konijnen kunnen enorm spartelen en zo zelfs hun rug breken. Dat willen we natuurlijk niet!
Neem je je dier mee in de reguliere kooi? Gebruik dan wat kranten of doeken als bodembedekking. Zaagsel vliegt alle kanten op en is niet fijn bij (hecht)wondjes.
Tijdens het consult luisteren we naar hart en longen, bekijken we ogen, oren en het gebit en beoordelen we de algehele conditie van je huisdier. Wanneer nodig maken we een echo of röntgenfoto. We kunnen bloed, ontlasting en huidcellen in ons eigen laboratorium onderzoeken. Heb je vragen? We beantwoorden ze graag!

Vaccinatie & preventie
Je konijn moet ingeënt worden tegen twee veel voorkomende konijnenziektes: myxomatose (konijnenpest) en het viraal haemorrhagisch syndroom (VHS/VHD1). Dat kan al vanaf dat je konijn vijf weken oud is. Drie weken na de vaccinatie heeft je konijn dan voldoende afweerstoffen opgebouwd. Die beschermen ‘m een jaar lang. Wij sturen je tijdig een uitnodiging voor de jaarlijkse herhalingsprik.
Bij myxomatose krijgt je konijn zwellingen rond de mond en ogen. Je konijn kan niet meer zien en krijgt het benauwd. Ook elders op het lichaam ontstaan knobbels. Heeft een konijn eenmaal myxomatose, dan gaat het daar vrijwel altijd aan dood. Het virus wordt overgebracht door stekende insecten als vlooien en muggen en is zeer besmettelijk. Ook als je konijn nooit buiten komt raden we aan om ‘m te laten vaccineren. Via insecten, besmet voer of ziekteverwekkers die meeliften onder bijvoorbeeld schoenzolen kan je konijn anders toch ziek worden.
Heeft je konijn VHS/VHD1 opgelopen, dan merk je dat vaak omdat hij niet meer wil eten. Hij wordt sloom, is benauwd en krijgt koorts. Daarna volgen bloedingen in het lichaam waar je konijn aan dood gaat. Een enkele keer kan je je konijn redden met een noodvaccinatie, maar in de regel is VHS/VHD1 niet te genezen. Op tijd inenten dus, en dit jaarlijks herhalen!
Knaagdieren hoeven niet standaard gevaccineerd te worden. Blijf alert op dingen die ‘anders’ zijn aan je huisdier en let erop dat er geen vliegen in de kooi zitten.

Vaccinatie & preventie
Je konijn moet ingeënt worden tegen twee veel voorkomende konijnenziektes: myxomatose (konijnenpest) en het viraal haemorrhagisch syndroom (VHS/VHD1). Dat kan al vanaf dat je konijn vijf weken oud is. Drie weken na de vaccinatie heeft je konijn dan voldoende afweerstoffen opgebouwd. Die beschermen ‘m een jaar lang. Wij sturen je tijdig een uitnodiging voor de jaarlijkse herhalingsprik.
Bij myxomatose krijgt je konijn zwellingen rond de mond en ogen. Je konijn kan niet meer zien en krijgt het benauwd. Ook elders op het lichaam ontstaan knobbels. Heeft een konijn eenmaal myxomatose, dan gaat het daar vrijwel altijd aan dood. Het virus wordt overgebracht door stekende insecten als vlooien en muggen en is zeer besmettelijk. Ook als je konijn nooit buiten komt raden we aan om ‘m te laten vaccineren. Via insecten, besmet voer of ziekteverwekkers die meeliften onder bijvoorbeeld schoenzolen kan je konijn anders toch ziek worden.
Heeft je konijn VHS/VHD1 opgelopen, dan merk je dat vaak omdat hij niet meer wil eten. Hij wordt sloom, is benauwd en krijgt koorts. Daarna volgen bloedingen in het lichaam waar je konijn aan dood gaat. Een enkele keer kan je je konijn redden met een noodvaccinatie, maar in de regel is VHS/VHD1 niet te genezen. Op tijd inenten dus, en dit jaarlijks herhalen!
Knaagdieren hoeven niet standaard gevaccineerd te worden. Blijf alert op dingen die ‘anders’ zijn aan je huisdier en let erop dat er geen vliegen in de kooi zitten.
Voeding
Een konijn moet altijd blijven eten om de darmen actief te houden. Geef ‘m dus lekker veel hooi, gras of ander voer met veel vezels. Door flink te kauwen blijven ook z’n tanden op de juiste lengte. Heeft Nijn duidelijk minder eetlust? Dan is er altijd iets aan de hand. Neem contact op met de praktijk.
Je kan het ruwvoer (hooi en gras) aanvullen met een beetje krachtvoer (brokjes) en groente. Pas op met gemengd konijnenvoer: konijnen snoepen de lekkere dingen eruit en laten de voedingsrijke staafjes liggen. Geef je konijn iedere dag schoon water. Let op: van suiker of zuivel krijgt je konijn buikpijn en darmproblemen.
Kijk niet raar op wanneer je konijn z’n eigen keutels opeet. Deze zogenaamde blindedarmkeutels bevatten belangrijke voedingsstoffen. Ze zijn zacht en kleverig en zien eruit als een trosje druiven, in tegenstelling tot de droge ronde keutels die je meestal in het hok ziet liggen. Je konijn eet ze als het goed is direct op. Zie je wel blindedarmkeutels in het hok liggen, dan is er iets mis met je konijn.
Hooi en water vormen ook het basismenu voor je knaagdier. Het houdt de tanden op lengte, is goed voor de spijsvertering en het geeft ze wat te doen. Vul het aan met speciale knaagdierkorrels of muesli (niet die van jezelf!) zodat je dier alle benodigde vitamines krijgt.
Zorg dat ieder dier z’n eigen eten krijgt. Geen caviavoer voor een konijn, geen konijnenbrokjes voor je hamster.
Schrik niet: de tanden en kiezen van je konijn groeien 2 mm per week, en dit hun hele leven lang. Nu snap je ook waarom je konijn altijd hooi en/of gras in z’n hok moet hebben. Door flink te kauwen slijten de tanden op een natuurlijke manier af.
Gebeurt deze afslijting niet goed, dan worden de snijtanden te lang. Kiezen kunnen scherpe randen krijgen of gaan ontsteken. Je konijn zal minder gaan eten. Dat zorgt weer voor problemen met z’n maag en darmen waaraan je konijn uiteindelijk dood kan gaan. Let er dus goed op hoeveel en wat je konijn eet.
Kwijlt of knarsetandt je konijn, zie je ‘m vermageren of merk je een verdikking aan de onderkaak, dan is er meestal sprake van een gebitsprobleem. Dat kan aangeboren zijn of het gevolg van verkeerde voeding of schade aan het gebit zoals een afgebroken tand.
Onze dierenartsen kijken tijdens een reguliere controle of vaccinatie-afspraak altijd naar het gebit van je konijn om ernstige problemen voor te zijn. Zijn de snijtanden te lang, dan maken we een afspraak om deze te laten slijpen. Dit kan zonder narcose. Heeft je konijn herhaaldelijk problemen met de snijtanden, dan kunnen we deze trekken. Dit doen we wel onder narcose. De kiezen van konijnen hebben lange wortels. Deze kunnen we goed bekijken met dentale röntgenfoto’s. Die maken we bij ons op de praktijk digitaal zodat we snel zien of er iets aan de hand is, bijvoorbeeld een abces. Afhankelijk van het probleem kunnen we kiezen bijslijpen, inkorten of trekken.
Knaagdieren doen hun naam eer aan. Ze móeten knagen, anders krijgen ze -net als konijnen- problemen met hun tanden en spijsverteringsstelsel. De symptomen, gevolgen en behandeling van gebitsproblemen bij je cavia, tamme rat of ander knaagdier zijn grotendeels hetzelfde als bij konijnen.

Huisvesting & welzijn
Het gebeurt regelmatig dat mensen een kat of hond te bewerkelijk als huisdier vinden en dan kiezen voor een konijn of knaagdier. Wij zijn dol op álle dieren en zien in onze praktijk dat de juiste huisvesting en verzorging veel bijdraagt aan het welzijn van je huisdier.
Laat je niet misleiden door hun beperkte afmeting: ook knaagdieren en konijnen hebben voldoende ruimte nodig. Een stevig, knaagbestendig en goed geventileerd hok (voor konijnen liefst met buitenren), voldoende speeltjes om verveling tegen te gaan en onbeperkt toegang tot schoon hooi en vers drinkwater zijn slechts basisvereisten. Je dier moet kunnen rennen, springen, graven en zich kunnen verstoppen.
Verdiep je per diersoort in hun sociale gedrag. Konijnen zijn groepsdieren en vinden het gezelliger met twee of meer bij elkaar. Let dan wel op het geslacht van de dieren en laat ze zonodig castreren en/of steriliseren. Een hamster daarentegen leeft solitair en is vooral ‘s nachts actief. Niet heel gezellig als je ‘m juist voor je kleuter had gekocht. Hamsters leven bovendien gemiddeld 1-3 jaar. Maak je ‘m vaak overdag wakker, dan verkort dat z’n leventje aanzienlijk.
En ja, de meeste knaagdieren en konijnen zien er ontzettend schattig en aaibaar uit, maar in de praktijk houden ze er niet van om opgepakt en rondgesjouwd te worden. Het zijn immers prooidieren en opgepakt worden betekent in de natuur dat je zojuist tot iemands lunch bent uitverkoren. Aaien en spelen terwijl je dier met z’n pootjes op de grond blijft, laten de meeste knaagdieren wel toe.

Huisvesting & welzijn
Het gebeurt regelmatig dat mensen een kat of hond te bewerkelijk als huisdier vinden en dan kiezen voor een konijn of knaagdier. Wij zijn dol op álle dieren en zien in onze praktijk dat de juiste huisvesting en verzorging veel bijdraagt aan het welzijn van je huisdier.
Laat je niet misleiden door hun beperkte afmeting: ook knaagdieren en konijnen hebben voldoende ruimte nodig. Een stevig, knaagbestendig en goed geventileerd hok (voor konijnen liefst met buitenren), voldoende speeltjes om verveling tegen te gaan en onbeperkt toegang tot schoon hooi en vers drinkwater zijn slechts basisvereisten. Je dier moet kunnen rennen, springen, graven en zich kunnen verstoppen.
Verdiep je per diersoort in hun sociale gedrag. Konijnen zijn groepsdieren en vinden het gezelliger met twee of meer bij elkaar. Let dan wel op het geslacht van de dieren en laat ze zonodig castreren en/of steriliseren. Een hamster daarentegen leeft solitair en is vooral ‘s nachts actief. Niet heel gezellig als je ‘m juist voor je kleuter had gekocht. Hamsters leven bovendien gemiddeld 1-3 jaar. Maak je ‘m vaak overdag wakker, dan verkort dat z’n leventje aanzienlijk.
En ja, de meeste knaagdieren en konijnen zien er ontzettend schattig en aaibaar uit, maar in de praktijk houden ze er niet van om opgepakt en rondgesjouwd te worden. Het zijn immers prooidieren en opgepakt worden betekent in de natuur dat je zojuist tot iemands lunch bent uitverkoren. Aaien en spelen terwijl je dier met z’n pootjes op de grond blijft, laten de meeste knaagdieren wel toe.

Operaties
Meestal komen konijnen en knaagdieren bij ons op de operatietafel omdat ze gecastreerd of gesteriliseerd moeten worden. Maar een botbreuk, tumor of darmproblemen komen ook voor.
Je konijn of knaagdier mag tot vlak voor de operatie eten. Stop dus gerust nog wat extra hooi of brokjes in z’n reismand. Neem ook een voorraadje mee voor wanneer je je dier na de ingreep weer op komt halen. Hoe sneller je dier weer eet en drinkt, hoe beter het is.
Tijdens en na de narcose letten we extra goed op je konijn of knaagdier. We zorgen ervoor dat ze goed op temperatuur blijven en geven zo nodig darmstimulerende medicijnen om de spijsvertering op gang te helpen na de operatie.
Vul de reismand met handdoeken zodat er geen hooi, stro of zaagsel in de wond kan prikken. Een warme doek of kleine (knaagbestendige!) kruik vindt je konijn of knaagdier heel fijn na z’n operatie.
Buitenkonijnen moeten de eerste dagen na de operatie binnen bijkomen. Binnen kunnen ze hun temperatuur beter reguleren en loop je minder kans dat er vliegen of maden op de wond komen. Zorg dat je dier makkelijk bij vers drinkwater, een bakje droogvoer en hooi kan. En let een beetje op dat de patiënt niet in de stress schiet van drukke kinderen of snuffelende katten of honden.